Reading time: about Leestijd: ongeveer minutes minuten

timfranssen.nl

Header image
Tim Franssen Product developer, interaction designer, privacy advocate 23-6-2023

My three principles from five years of Nuts

Mijn drie principes van vijf jaar Nuts

This article is written in Dutch. Sorry for that.

Op 1 juli eindigt mijn laatste termijn als bestuurder van Stichting Nuts. Na vijf mooie jaren aan de weg timmeren voelt het goed om het initiatief nu bestuurlijk los te laten. We hebben een ontzettend capabel team en we hebben voor mijn gevoel een nieuw hoofdstuk bereikt, waardoor ik de toekomst van Nuts met meer vertrouwen tegemoet zie dan ooit!

Toen we begonnen leek het een belachelijk idee: een gedistribueerd landelijk dekkend netwerk van ICT systemen in de zorg, zonder central point of failure, met sterke cryptografische waarborgen voor privacy en gebouwd op open standaarden. Maar het laatste jaar gaat de discussie steeds vaker over het “hoe” en over het migratiepad naar die toekomst, en nog maar zelden over het “waarom” en de vraag of dat wel haalbaar is.

Zelfs als het “hoe” straks misschien niet (alleen) met de Nuts node gaat, of het beheer niet (alleen) bij de Stichting Nuts komt te liggen, dan nog hebben we onze missie bereikt: mensen wakker schudden en enthousiasme kweken voor een nieuwe denkrichting!

Mijn Nuts-mantra

In ons laatste gezamenlijke bestuursoverleg stelde Steven van der Vegt voor om er een traditie van te maken dat oud-bestuursleden een mantra achterlaten. Een paar zinnetjes om mee te nemen in de toekomstige ontwikkelingen van het initiatief of de technologie. Die uitdaging ga ik natuurlijk graag aan 😄

Ik heb, van de oprichting tot nu, altijd gewerkt op basis van drie principes:

  1. Technologie is zelden volgzaam of neutraal
  2. Cryptografie is sterker dan contracten
  3. Spreken is zilver, bouwen is goud

Laat ik nog één keer op mijn drie stokpaardjes klimmen, en analyseren waarom deze mantra’s Nuts hebben gebracht waar we nu staan.

1. Technologie is zelden volgzaam of neutraal

De techniek volgt wel

Volgens mij was het op de allereerste Nuts community meeting dat ik een verhaal heb gedeeld over hoe mores besloten kunnen liggen in technologie. Technologie kan dingen mogelijk maken, of juist onmogelijk. Soms worden deze mores bewust gebruikt in het ontwerp van een systeem, maar soms worden de ontwerpers er zelf door overvallen. En soms moet je je afvragen: wiens belang dient deze technologie eigenlijk? Die van de gebruiker..?

Ik vertelde bijvoorbeeld over de racistische Parkway-bruggen in New York die precies zo hoog werden ontworpen dat er geen stadsbussen onderdoor konden. Waardoor minder welvarende, overwegend gekleurde mensen – die van het openbaar vervoer afhankelijk waren – effectief de toegang tot de stranden van Long Island werd ontnomen. En over zogenaamde dark patterns in het ontwerp van websites die het bijvoorbeeld heel makkelijk maken om voorwaarden of cookies te accepteren, maar veel zoekwerk en geduld vergen om ze af te wijzen.

Long Pond Road overpass, foto door Andre Carrotflower onder een CC BY-SA licentie

Een sleutel bepaalt of jij een gebouw in kunt, of je er nou iets te zoeken hebt of niet. Ben je wel eens je huissleutels verloren? Aan welk loket heb je toen bezwaar kunnen maken dat het slot op je deur je de toegang weigerde?

Technologie dwingt vaak zaken met ijzeren hand af, en te denken dat technologie een neutraal en volgzaam fenomeen is durf ik wel naïef te noemen. Daarom heeft technologie sturing nodig, terwijl we ons ook moeten realiseren dat onze maatschappelijke keuzes worden gestuurd door wat de technologie van vandaag mogelijk of onmogelijk maakt.

In diezelfde presentatie stelde ik vast dat mensen vaak helemaal niet zitten te wachten op èchte innovaties. Was er eerst een breedgedragen maatschappelijke wens voor het internet, de verbrandingsmotor of de telefoon, en werd daarna pas die technologie ontwikkeld? Heeft de samenleving geschreeuwd om ChatGPT of Starlink? Welnee. De wens volgt op het ontstaan van de technologie, en vaak niet eens direct. Mensen hebben vaak tijd nodig om te wennen aan nieuwe technologie, en om zich langzaam te realiseren wat die voor hen kan betekenen.

Daarom is innoveren juist niet: luisteren naar wat mensen zeggen dat ze willen. Maar: observeren en extrapoleren. De wisselwerking begrijpen tussen de technologie en het beoogde doel. Zien wat er al geprobeerd is, en bewust een andere weg in slaan. En zo bouwen wat er ècht nodig is, in plaats van waar mensen om vragen.

Het eerste inzicht dat Nuts heeft gebracht waar het nu staat is ons te beseffen dat technische keuzes gedreven moeten worden door verstand van zaken en een duidelijk moreel kompas. Daarom zijn we het project begonnen met het opstellen van een manifest en met luisteren naar mensen met tegendraadse ideeën.

2. Cryptografie is sterker dan contracten

Bouwen aan vertrouwen dat schaalt

Ik denk dat we gerust kunnen vaststellen, zonder iemand voor het hoofd te stoten, dat de meeste mensen die in de zorg werken niet zo bekend zijn met cryptografie. Dat ze niet zo goed weten wat het verschil is tussen symmetrische en asymmetrische encryptie, of wat je met een private key kunt, of dat je met cryptografie kunt vaststellen wie je bent en waar je iemand toegang toe wilt verschaffen.

De zorg is wel zeer vertrouwd met contracten, protocollen en procedures. Zodra iets goed geregeld moet zijn – duidelijk, betrouwbaar, veilig – worden die middelen daarom als eerste uit de kast getrokken.

Gaan we gegevens uitwisselen? Dan leggen we vast wat er uitgewisseld mag worden en met wie, onder welke omstandigheden, en hoe er met die gegevens omgegaan moet worden aan de kant van de ontvanger. Vertrouwen gestold in inkt op papier, allemaal super netjes geregeld.

We hebben de afgelopen jaren geprobeerd uit te leggen dat dat concept van “vertrouwen netjes geregeld” ook een uitwerking verdient in de technologie. Dat je die afspraken over hoe er met gegevens omgegaan moet worden en wie ergens bij mag ook kunt faciliteren met cryptografische middelen.

Het grote voordeel daarvan is dat je op die manier niet meer afhankelijk bent van het goede gedrag van de organisatie waarmee je gegevens uitwisselt. Want waar ze bij kunnen is precies waar ze bij mogen, en niet meer dan dat. Dat werkt vertrouwen in de hand, omdat je een hele categorie aan zorgen en bezwaren kunt wegnemen. Terwijl een contract of een protocol alleen maar achteraf handig is, als stok om mee te slaan, wanneer iemand zich niet aan de afspraken heeft gehouden.

Dat betekent dat je opeens veilig gegevens kunt uitwisselen met veel meer organisaties en met veel minder afspraken. Want papieren vertrouwen schaalt met hoeveel mensen je de hand kunt schudden, hoeveel contracten je kunt tekenen en hoe goed je advocaten zijn als mensen afspraken schenden. Cryptografisch vertrouwen schaalt wereldwijd. Waarom zou je geen gegevens uitwisselen met een willekeurige kliniek in Marseille, als je zeker weet dat het volgens de afspraken gebeurt?

Doordat technologie met een ijzeren hand zaken kan afdwingen, zoals eerder beschreven, kun je het dus grotendeels ook gebruiken in plaats van contracten en afspraken. En dat is vaak even wennen, en vergt een hoop uitleg, maar het is ook absoluut noodzakelijk om vloeiende gegevensuitwisselingen mogelijk te maken:

Er zijn tientallen soorten gegevensuitwisselingen die moeten worden gerealiseerd in ons land. Laten we het conservatief schatten op de vijf prioritaire uitwisselingen die VWS heeft benoemd. Volgens Zorgkaart Nederland hebben we momenteel 59754 zorginstellingen in ons land. Een beetje wiskunde leert ons dat wanneer we overeenkomsten moeten sluiten tussen al die zorginstellingen voor elke gegevensuitwisseling, we dus 5 maal het 59753e driehoeksgetal overeenkomsten nodig hebben. Ofwel 8.926.201.905 contracten. Ja, dat lees je goed. 8.9 miljard overeenkomsten. Ruim vijfhonderd per Nederlander.

Natuurlijk kunnen we dit een beetje verzachten met meer hiërarchie, zoals samenwerkingsregio’s en koepelovereenkomsten, maar het blijft een waanzinnig grote opgave. En wie gaat controleren en afdwingen dat al die contracten ook worden nageleefd? Dat is een ondoenlijke taak.

En dan hebben we het alleen nog maar over Nederland.

Daarom heeft Nuts in een vroeg stadium geconstateerd dat gegevensuitwisseling in de zorg alleen maar kan gaan vliegen als we vertrouwen geautomatiseerd kunnen organiseren, door middel van technologie.

En dan is het nog veiliger en privacy-vriendelijker ook.

3. Spreken is zilver, bouwen is goud

Er is nog nooit iemand beroemd geworden van een vergadering

We kennen allemaal de spreekwoorden wel: Praatjes vullen geen gaatjes. Wie schrijft die blijft. Spreken is zilver, zwijgen is goud. Een gek kan meer vragen stellen dan 100 wijzen kunnen beantwoorden.

Bij Nuts hebben we daar onze eigen variant op verzonnen: Spreken is zilver, bouwen is goud. Op het eerste gezicht gewoon een mooie woordspeling, en een knipoog naar de lappendeken van “overlegtafels” en “gremia” waar de Nederlandse zorg-ICT rijk aan is.

Maar er ligt voor ons een veel fundamentelere uitdaging in besloten: als je je tijd maar één keer kunt spenderen, en je hebt heel erg veel waar je uit kunt kiezen, hoe maak je dan een goede afweging?

Ik heb soms de indruk dat mensen die liever de status quo in stand houden “praten” gebruiken als een wapen. En daar hebben ze heel veel woorden voor bedacht. “Afstemmen”, “op één lijn komen”, “scherp blijven”, “overeenstemming vinden”, “gezamenlijk naar buiten treden”. Allemaal signaalwoorden dat iemand vooral wil blijven hangen in de status quo, en bang is voor wat jij gaat DOEN zodra je stopt met praten:

“Daar moeten we het dan eerst nog maar eens over hebben!”

Onze community is niet groot. Ons bestuur ook niet. Onze groep softwaredevelopers ook niet. Toch willen we landelijk impact maken, software ontwikkelen die miljoenen transacties per dag kan verwerken en de politieke agenda beïnvloeden. Dan moet je scherpe keuzes maken.

En de kracht van “bouwen” is dat het een verdubbelaar is. Als we een podcast maken, of een video opnemen, of een artikel publiceren, dan is de impact daarvan nog maanden of zelfs jaren te voelen. Een stuk software kan nog jaren draaien. Een nieuwe gegevensstandaard kan nog jaren uitwisselingen mogelijk maken. Een speech die mensen aan het denken zet kan enorme ripple effects hebben.

Daarom zeg ik, nog één keer als bestuurder: Blijf dingen doen! Maak impact! Laat je niet vangen in de “consensus-val” en verdubbel je effectiviteit!

Spreken is zilver, bouwen is goud! 🏆😄

Dit artikel is eerder gepubliceerd op LinkedIn. Bezoek de oorspronkelijke post om mee te doen aan de discussie.